Veel vrouwen met autisme voelen hun grens pas als het eigenlijk al te laat is. Of ze weten het wel, maar vinden het moeilijk om dit op een duidelijke, assertieve manier aan te geven. Vaak gaan ze over hun grenzen heen om aan verwachtingen te voldoen of omdat ze gewend zijn zichzelf weg te cijferen. Dat kost veel energie en kan leiden tot stress of overprikkeling.
Tijdens dit Autivrouwencafé spraken we met elkaar over dit thema: een onderwerp dat voor vrijwel alle vrouwen met autisme herkenbaar en belangrijk is. Veel vrouwen ervaren dat het bewaken van (energie)grenzen ingewikkeld blijft, zowel in het herkennen van de grens als in het aangeven ervan.
Herkennen van grenzen
Veel vrouwen voelen hun grens pas als het eigenlijk al te laat is. Vaak worden signalen van overbelasting; zoals vermoeidheid, hoofdpijn, spierpijn, overprikkeling, een “sociale hangover” of een vol hoofd pas achteraf duidelijk. In drukke situaties is het moeilijker om signalen op te merken dan in rust. Sommige vrouwen herkennen hun grens tegenwoordig beter, maar vinden het nog steeds lastig om erbij te blijven als anderen eroverheen walsen.
Aangeven van grenzen
Grenzen aangeven blijft uitdagend. Pleasen, verwachtingen willen waarmaken, angst om anderen teleur te stellen, of het gevoel iets “zoals het hoort” te moeten doen, spelen hierin een grote rol. Veel vrouwen gaan door terwijl ze hun grens wél voelen, puur om de ander tevreden te houden. Dan zeg je “ja” tegen de ander, maar eigenlijk “nee” tegen jezelf.
Voor sommigen is grenzen aangeven bij bekenden lastiger omdat er meer emotionele betrokkenheid is; anderen geven hun grens juist alleen bij hun partner goed aan. Bij vreemden lukt het soms makkelijker.
Daarnaast werd benoemd dat irritatie bij “de ander die over mijn grens gaat” vaak eigenlijk een signaal is dat je je eigen grens nog niet helder of expliciet hebt aangegeven.
Situaties die lastig zijn
• Veel afspraken achter elkaar: iets lijkt leuk, maar kost uiteindelijk veel energie.
• Plannen die veranderen: flexibiliteit kost energie en maakt grenzen minder voelbaar.
• Sociale activiteiten: tijdens het moment gezellig, daarna moe en “katerig”.
• Je grens voelen opkomen, maar niet goed weg kunnen of geen woorden kunnen vinden.
• Maskeren om sociaal gewenst te reageren – dit kost extra energie en vervaagt grenzen.
Wat helpt?
De groep deelde verschillende ideeën en strategieën:
• Afgebakende tijd gebruiken: vooraf zeggen hoelang je blijft, bijvoorbeeld “ik ga altijd om 23.00 uur weg”.
• Een plan maken vooraf: wat is haalbaar, wat heb je nodig, wat doe je als het te veel wordt?
• Steun van anderen: iemand die je helpt, een seintje geeft of met een codewoord werkt.
• Minder richten op verwachtingen van anderen: normen en overtuigingen loslaten zoals “ik moet gezellig zijn” of “ik mag niet afzeggen als ik betrouwbaar wil zijn”.
• Bewust kiezen om soms wél even over een grens te gaan, als iets belangrijk of waardevol is – maar dan weten dat je daarna moet bijtanken.
• Meer luisteren naar eigen waarden: groei, plezier en welzijn als kompas gebruiken in plaats van “moeten”.
Tot slot
Het gesprek liet zien dat grenzen stellen voor vrouwen met autisme vaak een voortdurende zoektocht is. Het vraagt om zelfkennis, helder communiceren en het doorbreken van ingesleten patronen van pleasen en aanpassen. Tegelijkertijd werd er herkenning, steun, humor en opluchting gevoeld: we zijn niet de enigen die hiermee worstelen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten