woensdag 10 januari 2018

Verslag 3 januari ASS en erfelijkheid


Na een korte voorstelronde vroeg Sandra of wij het autisme in onze familie herkennen. Door alle vrouwen werd aangegeven dat bij iedereen het autisme herkend wordt; een persoon uitgezonderd omdat zij geadopteerd is.
Het merendeel herkent autisme in het gedrag van de vader, neef of opa maar de moeder werd door een aantal personen ook genoemd. Een aantal vrouwen herkenden het autisme ook bij een zus en tante en een paar mensen zeiden het autisme te herkennen bij zowel de vader als de moeder.
De dingen die een aantal vrouwen benoemden over hun vaders zijn o.a.: moeite met contacten, verzamelen veel dingen, zijn dwingend in hun gedrag, erg precies in het opruimen en probleemoplossend bezig.
Van een aantal moeders werd gezegd dat ze niet van gezelligheid houdt en niet tussen de regels door kan lezen.

Niet iedereen van de familie heeft een ASS-diagnose; er waren er slechts enkelen die de diagnose hebben. Sommige familieleden geven wel toe dat ze een apart gedrag hebben maar zien niet in dat dit typisch autisme is. Andere gaven aan dat de familie aangaven dat hun gedrag nou eenmaal zo was maar ze snapten niet dat dit bij autisme thuishoort en met hun hierover praten bleek niet mogelijk.  

Hierna spraken we over de keuze om aan kinderen te beginnen; is of was ons autistisch brein hiervoor een belemmering?
Drie mensen gaf aan de kinderen te hebben gekregen voordat zij zelf de ASS diagnose hadden gekregen. Een vrouw (70 jaar) gaf aan dat zij vroeger thuis bleef om voor de opvoeding van haar kinderen te zorgen. Een vrouw, begin 40 jaar, gaf aan op jonge leeftijd aan kinderen begonnen te zijn en pas in de problemen kwam nadat de kinderen ouder werden en / of het huis uit gingen. Haar man nam altijd een groot deel van de opvoeding over. Een jonge vrouw vertelde dat zij net haar ASS diagnose had gekregen toen ze haar kindje kreeg.

Van de mensen die niet voor kinderen gekozen te hebben, gaven een paar vrouwen aan dat ze zich niet geschikt voelden voor de moederrol, ze het niet kunnen vanwege de overprikkeling of het niet voor het kind zelf wilden. Sommige zeiden dat ze wel graag kinderen willen maar twijfelen nu ze weten van hun ASS. Terwijl ook wel gezegd wordt dat als je een kind met ASS krijgt je geen betere moeder kunt wensen dan een moeder met ASS die dit ook onderkent van zichzelf. Bij enkele personen speelt de energiehuishouding een rol mee en het hebben van stemmingswisselingen. Een persoon gaf aan met de keus bezig te zijn. En iemand gaf aan het moeilijk te vinden en het op dit moment niet te weten.


Voor de volgende maand, woensdag 7 februari is het thema: ASS en relaties (dating)

Veel personen met een ASS hebben geen partner. Als je op zoek bent naar een relatie: Weet je welke mogelijkheden er zijn om een partner te vinden? Durf je te reageren op een contactadvertentie of durf jij naar een speeddate te gaan?
Als je wel een relatie hebt: hoe heb je dat aangepakt? Ben je er tevreden mee? Doen jullie veel samen of doe je activiteiten ook wel eens alleen? Hebben jullie afspraken gemaakt m.b.t. je (ASS)beperkingen?
Een partner dagelijks of geregeld om je heen hebben vraagt veel van een persoon met autisme. Als je dat hebt hoe ga je daar dan mee om.
Je bent van harte welkom als je hierover wilt praten met andere mensen met een ASS.


Omdat Sandra met vakantie is zal Angelique Hoffman het gesprek leiden. Vanaf 12 personen zal de groep gesplitst gaan worden. Nikki Sloos zelf vrouw met ASS zal de andere groep dan leiden.